Een willekeurig gedicht uit het archief | |
Hennie Pen-Dijkema - Reiswee - 2018-03-22 Reiswee
Geen vader en nu ook geen moeder meer. Geen noodzaak om nog naar de Zaan te gaan. Ik mis de busrit van Zaandam naar Krommenie, dan reed ik langs de plekken van mijn jeugd. Ik zag de Bullekerk en het Lyceum, Flentrop langs de Provinciale Weg. Koog aan de Zaan, Zaandijk, dan Wormerveer, de Adelaar, bios Corso aan de Javastraat. Stoere platanen vlakbij het station, blik op de watertoren van Westzaan. Zaanbocht, Zaanweg honderdveertien, het grote huis van mijn schoolvriendin. De Marktstraat, het Noordeinde, de oude kerk en dan de Kerkstraat in. En aan de rand dichtbij Wessanen onze straat met op de hoek ons huis. De treurwilgen, zo frisgroen in de lente, de Watering, de Nauernasche Vaart. Over de brug naar Krommenie de Padlaan op. Heilige Weg, het Blok, even zicht op weiland. Krommeniedijk ligt in de verte, aankomst op de Kervelstraat. Rosariumhorst, waar mijn moeder woonde, ze zat op mij te wachten in de hal. Samen naar de zaal voor koffie en een praatje. Terugreis, maar dan andersom. Geen vader en nu ook geen moeder meer. Geen noodzaak om nog naar de Zaan te gaan. Hennie Pen-Dijkema, 7 maart 2018 Het woord –reiswee- heb ik ontleend aan de voorstelling Neurosen van Hans Dorrestijn, Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze. Ingmar Heytze gebruikte dit woord | |