Een willekeurig gedicht uit het archief | |
Michiel de Jong - Handel vanuit Schermerhorn - 2018-09-13 Handel vanuit Schermerhorn Ik, schipper uit Schermerhorn, mijn ‘vaardersvolk’ van dichtbij geworven, zeven koppen sterk, varen met onze trotse schuit: “De Mallagomse Koopman” van het type Fluit, beladen met wijnen, rozijnen olijven, pepers, kaneel en wat balen zout als ballast, van de Republiek richting Oostzee. De lading naar behoren gestuwd, ons schip goed dichtgemaakt. Drie levende katten in ‘t onder tegen rattenkwaad gedonder. Zo vaart onze schuit onder Hollandse luchten het Zwet uit naar de Sont, waar tolheffing opgang doet en ook wij op: vier april 1698 daar niet aan ontkomen. Dwarsgetuigd, met meewind gezwind, doch bij wind tegen is het soebatten en laveren. Soms, luchten zwart als git; zware storm uit ‘t zuidwesten zweept de golven torenhoog, ik laat de boeg de golven breken. Koning Winter laat zich ook horen zet de Oostzee in een dik pak ijs. Veel later dan gedacht valt - toch nog plots - de kreet: LAND IN ZICHT Verrast lopen we Riga binnen. Dan, met graan, huiswaarts: ons SCHERMERHORN. | |