Een willekeurig gedicht uit het archief | |
Michiel de Jong - Naastenliefde - 2013-02-13 Naastenliefde
In het midden van de wachtkamer
staan ze samen eventjes stil.
Voorzichtig laat hij haar arm los,
kijkt of ze haar evenwicht heeft.
Wankel staat ze op zichzelf,
onderbenen dik ingezwachteld.
Ooit stond ze trots en stevig
op die lange onderdanen.
Hij neemt haar weer bij de arm,
samen lopen ze, zij moeizaam,
hij ingehouden, richting uitgang.
Het tafereel ontroert mij:
Zij, zo breekbaar,
hij, haar toeverlaat.
Michiel de Jong
12-11-2012
| |