alle (39) gedicht(en) van
'Hennie Pen-Dijkema'

(overige: zie archief ⇒)  
1 2 [3] 4 5 6 7 8
Thema = Vreemd
2020-05-15 / Hennie Pen-Dijkema

Vreemd

 

Vreemd, zo’n een mooi woord uit het Latijn,

dat krans of kroon betekent, roept nu angst op.

Een Mexicaans biertje met die naam

wordt nu liever niet gedronken,

een bepaalde sigaar niet gerookt.

Het is een meisjesnaam, een sterrenbeeld,

maar wie wil er nog zo genoemd worden?

 

Zullen we de kring van vocht rond

zon of maan anders gaan noemen?

Bij de kransslagader het Latijn vermijden?

Origami, de kunst van het vouwen,

kent een papiersoort onder die naam

met een omringde cirkel in het midden.

Toch maar even niet gebruiken nu?

 

Een lauwerkrans in het oude Rome,

een krans van korenaren voor een godin,

de naam van een martelares uit Egypte,

de structuur van een passiebloem,

het was zo’n gebruikelijk woord.

 

Het heeft een smet gekregen,

die niet meer schoon te wassen is.

 


Hennie Pen-Dijkema, 4 mei 2020

Thema = Voelsprieten
2019-07-01 / Hennie Pen-Dijkema

Ballade van een weekdier

 

Ik heb geen armen en geen benen.

Zwaaien naar iets kan ik niet,

wat lopen is, weet ik niet.

Van een skelet is bij mij geen sprake,

geen botje tref je bij mij aan.

Scharnieren zal bij mij niet gaan.

Ik ben een week dier, maar toch sterk.

 

Ik ben geen carnivoor, geen omnivoor,

mijn dagelijks maal bestaat uit blad.

Mensen zien mij in de tuin niet graag,

toch ben ik een hapje voor hun maag.

Vogels bedreigen mij ten zeerste,

mol en egel lusten pap van mij.

Ik ben een week dier, maar toch sterk.

 

Ik ben niet snel, ga traag mijn pad.

Waarom zou ik de tijd niet nemen.

Mieren, bijen, altijd bezig,

ik neem mijn rust, doe kalmpjes aan.

Bouwplannen zijn voor mij niet nodig,

een nest, cocon, ik ken het niet.

Ik ben een week dier, maar toch sterk.

 

Envooi

 

Prince, ik kruip op deze aarde rond,

mijn zilveren sporen trekkend.

Voelhorens wijzen mij de weg.

Bij onraad kruip ik in mijn huis,

dat altijd op mijn rug staat.

Ik ben een week dier, maar toch sterk.

Thema = Gewemel
2018-11-18 / Hennie Pen-Dijkema

Gewemel
 
Het wemelt van
spreeuwen op de takken
luizen in een vacht
vissen in de vijver
vliegen op de koe
bessen in de vuurdoorn
kleuren in het bos
eikels aan de bomen
blaadjes op de straat
mieren in een hoop
bijen in de korf
vogels op de vlucht
schelpen op het strand
mensen in de stad
letters in een boek
sterretjes voor mijn ogen
 
Het wemelt overal!
 
 
Hennie Pen-Dijkema, 5 november 2018
Thema = Herfst
2018-11-18 / Hennie Pen-Dijkema

Het wordt winter
                      
  Je ziet vele herfsten gaan,
in kleurenpracht, de zomer voorbij.
In het dorp, gelegen aan de Zaan,
geniet je van de gele bomenrij.
Vogels vliegen af en aan
naar je balkon, het maakt je blij,
je ziet vele herfsten gaan,
in kleurenpracht, de zomer voorbij.
 
In de diepe herfst van je bestaan,
wil je nog wat blijven, zoals je zei,
maar het is anders gegaan.
Een laatste ademtocht, wij aan je zij.
Je zag vele herfsten gaan,
in kleurenpracht, het is voorbij.
                                    
                                    
Hennie Pen-Dijkema, oktober 2018
Thema = Zijbert
2018-03-22 / Hennie Pen-Dijkema

Reiswee
 
Geen vader en nu ook geen moeder meer.
Geen noodzaak om nog naar de Zaan te gaan.
 
Ik mis de busrit van Zaandam naar Krommenie,
dan reed ik langs de plekken van mijn jeugd.
Ik zag de Bullekerk en het Lyceum,
Flentrop langs de Provinciale Weg.
 
Koog aan de Zaan, Zaandijk, dan Wormerveer,
de Adelaar, bios Corso aan de Javastraat.
Stoere platanen vlakbij het station,
blik op de watertoren van Westzaan.
 
Zaanbocht, Zaanweg honderdveertien,
het grote huis van mijn schoolvriendin.
De Marktstraat, het Noordeinde,
de oude kerk en dan de Kerkstraat in.
 
En aan de rand dichtbij Wessanen
onze straat met op de hoek ons huis.
De treurwilgen, zo frisgroen in de lente,
de Watering, de Nauernasche Vaart.
 
Over de brug naar Krommenie de Padlaan op.
Heilige Weg, het Blok, even zicht op weiland.
Krommeniedijk ligt in de verte,
aankomst op de Kervelstraat.
 
Rosariumhorst, waar mijn moeder woonde,
ze zat op mij te wachten in de hal.
Samen naar de zaal voor koffie en een praatje.
Terugreis, maar dan andersom.
 
Geen vader en nu ook geen moeder meer.
Geen noodzaak om nog naar de Zaan te gaan.
 
 
Hennie Pen-Dijkema, 7 maart 2018
 
Het woord –reiswee- heb ik ontleend aan de voorstelling Neurosen van Hans Dorrestijn,
Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze. Ingmar Heytze gebruikte dit woord
1 2 [3] 4 5 6 7 8