Een willekeurig gedicht uit het archief | |
Hennie Pen-Dijkema - Ballade van een weekdier - 2019-07-01 Ballade van een weekdier
Ik heb geen armen en geen benen. Zwaaien naar iets kan ik niet, wat lopen is, weet ik niet. Van een skelet is bij mij geen sprake, geen botje tref je bij mij aan. Scharnieren zal bij mij niet gaan. Ik ben een week dier, maar toch sterk.
Ik ben geen carnivoor, geen omnivoor, mijn dagelijks maal bestaat uit blad. Mensen zien mij in de tuin niet graag, toch ben ik een hapje voor hun maag. Vogels bedreigen mij ten zeerste, mol en egel lusten pap van mij. Ik ben een week dier, maar toch sterk.
Ik ben niet snel, ga traag mijn pad. Waarom zou ik de tijd niet nemen. Mieren, bijen, altijd bezig, ik neem mijn rust, doe kalmpjes aan. Bouwplannen zijn voor mij niet nodig, een nest, cocon, ik ken het niet. Ik ben een week dier, maar toch sterk.
Envooi
Prince, ik kruip op deze aarde rond, mijn zilveren sporen trekkend. Voelhorens wijzen mij de weg. Bij onraad kruip ik in mijn huis, dat altijd op mijn rug staat. Ik ben een week dier, maar toch sterk. | |