alle (19) gedichten van
de laatste 12 maanden

(overige: zie archief ⇒)  
[1] 2 3 4
Thema = Verdieping
2024-10-23 / Sebastiaan Stroosnijder


Wanneer zomers briesje
langzaam zeker veranderd
in stormachtig weer
 
Grijs dek van wolken
licht buiten dimt
eerder dan gewenst dooft
 
Bladeren besloten hebben
te verkleuren
om uiteindelijk los te laten
 
Regen je buiten opwacht
zich op ieder moment
over je uit kan storten
 
Vertraagt het leven   
we nemen een stap terug
verstoppen onszelf in hoge kragen
en achter gesloten gordijnen
 
Lakens worden verwisseld voor dekens
het bed roept eerder
je slaapt dieper
de reden om op te staan
is afgenomen tot een moeten
 
De tijd voor bezinning is gekomen
 
 
 
 
©Sebastiaan stroosnijder 
Thema =
2024-10-23 / Rina Kwee-Brouwer

Ruimte geven

 

de aarde

zo opgedeeld

volkeren

nog zo verdeeld

 

grenzen getrokken

die soms vervagen

blijf proberen

niet versagen

‘meedoen’

is de leus

voor de vrede

is er geen keus

slecht gedrag

niet tolereren

van het voorbeeld

moet men leren

 

en al gaat

het niet vlug

geef de ruimte

sla een brug

 

Rina Kwee-Brouwer

Thema = Verdieping
2024-10-23 / Bianca Vernout

verdieping


ik zoek het altijd hoger op

sta in mijn dromen weleens

op een hoog flatgebouw

ga te paard

met de lift

naar mijn of jouw woning

 

wil mij verdiepen in

wat jou in het leven beweegt

wil mij verdiepen

in de wereld om mij heen

wil me verdiepen in mijzelf

 

soms zit ik in een dip

val naar beneden

zoek het hoger op

kijk naar een hoogtepunt

 

© Bianca Vernout

6-10-2024

Thema =
2024-10-21 / Gerda Hooijberg

Omarm de kunst

 

ik was de taal kwijt

pak de letters op

voor de woordkunst

van me wegglijdt

 

zie in dag en nacht een zon

loop steeds verder het licht in

naar de helderheid strek me

verder en verder uit

 

maak een nieuwe

dag voor mezelf

zie de letters weer

voor me dansen

herpak me

omarm de kunst



Gerda Hooijberg

Thema = Fiedelflier
2024-10-16 / Hennie Pen-Dijkema

Ballade van de speelmannen


Twee gezworen kameraden

beliepen samen vele paden.

Ze doorkruisten gans het land

met luit, viool en stem bemand.

Ieder kende wel hun naam,

wist van de grote roem en faam

van Fiedelflier en Fluiteluit.

 

Gekleed in cape zeer flamboyant

op hun hoofd een hoed met brede rand,

brachten zij hun liedjes van plezier

met veel tralalala en tierelier.

Ook klonk er weemoed en verlangen

in het spel en de gezangen

van Fiedelflier en Fluiteluit.

 

Ze speelden op markten en pleinen

en lieten de menigte deinen.

Het volk vormde een vrolijke kring,

terwijl ieder aan hun lippen hing.

De woorden proefden rauw en zoet

en munten rinkelden in de hoed

van Fiedelflier en Fluiteluit.

 

Ze werden oud, kwamen op jaren

beroerden moeilijker de snaren.

Toen het zingen niet meer ging,

bleef er nog altijd de herinnering

aan dat betoverende stel

aan het lied, het wonderschone spel

van Fiedelflier en Fluiteluit.

 

Hennie Pen-Dijkema, 10 augustus 202

[1] 2 3 4